Ouderen en onychomycose

Door: Mischa Nagel

Abonnees lezen de opgemaakte versie van dit bericht via deze link.

Begin vorig jaar verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Drugs & Aging een overzichtsartikel over onychomycose bij ouderen: Onychomycosis in Older Adults: Prevalence, Diagnosis, and Management geschreven door Aditya K. Gupta, Maanasa Venkataraman en Mesbah Talukder. In het artikel wordt een aantal belangrijke conclusies getrokken.

  • De prevalentie van onychomycose kan ≥ 20% zijn bij personen van ≥ 60 jaar en ≥ 50% bij personen van ≥ 70 jaar.
  • Ongeveer 50% van de nageldystrofieën kan worden veroorzaakt door onychomycose. Een goede klinische beoordeling gevolgd door een mycologisch onderzoek moet echter worden overwogen om andere aandoeningen zoals nageltrauma, lichen planus en psoriasis uit te sluiten.
  • Behandelingsopties en duur voor onychomycose bij oudere volwassenen zijn dezelfde als bij andere patiëntenpopulaties. Artsen dienen echter bij het nemen van een klinische beslissing rekening te houden met verschillende leeftijdsgerelateerde factoren, zoals comorbiditeiten, polyfarmacie, lever- en nierinsufficiëntie en niet-naleving.
  • Reiniging van schoeisel, veranderingen in levensstijl en toepassing van plaatselijke schimmeldodende oplossing/lakken voor de nagels één tot drie keer per week, aangezien onderhoudstherapie herhaling van onychomycose kan voorkomen. Tinea pedis moet vroeg worden behandeld om chronische schimmelinfectie van de huid te verminderen.
  • Hoewel ongeveer 50% van de abnormaal verschijnende nagels te wijten kan zijn aan onychomycose, is de differentiële diagnose nageltrauma, lichen planus en psoriasis. Daarom wordt waar mogelijk een goede klinische beoordeling gevolgd door mycologische bevestiging aanbevolen. Ongeveer 90% van de teennagel onychomycose wordt veroorzaakt door dermatofyten T. rubrum en Trichophyton mentagrophytes, , . Andere infecterende pathogenen zijn onder meer niet-dermatofytische schimmels, een combinatie van dermatofyt en niet-dermatofyt (gemengde infectie) en gisten, . De meest voorkomende klinische verschijnselen die zijn waargenomen bij volwassenen en oudere volwassenen zijn onder meer distale en laterale subunguale onychomycose en witte subunguale onychomycose.

Deze conclusies zijn belangrijk omdat ze een aantal hardnekkige en in standgehouden standpunten wederom weerleggen.
Er wordt o.a. gewezen op een goede klinische beoordeling omdat een substantieel deel van de afwijkend uitziende nagel door iets anders kan zijn aangetast dan door een schimmel. Ook wordt gesteld dat ongeveer 10% van de voorkomende onychomycoses worden veroorzaakt door non-dermatophyten. Een goede klinische beoordeling rust op een diagnostiek uitgevoerd door een laboratorium met de juiste techniek. De meest actuele techniek is een PCR die o.a. gebruikt wordt in het laboratorium voor medische microbiologie van de universiteit van Nijmegen. Zelftesten geven alleen de aanwezigheid aan van dermatofieten en missen dus 10% van de infecties. Ook blijkt uit dit artikel hoe belangrijk het is een differentiaal diagnose op te stellen. Deze kan meer ziektebeelden bevatten dan in het artikel zijn vastgelegd.

Voor de tweede keer in korte tijd werd in een wetenschappelijk artikel bevestigd hoe belangrijk het is om de binnenkant van de schoenen te reinigen.
Omdat nooit beschreven werd hoe dit zou moeten gebeuren heeft Voetzorg+ i.s.m. specialisten een protocol opgesteld om dit zo effectief mogelijk te doen. Schoenreiniging verlaagt het aantal infecties omdat het hechting van pathogene schimmels en gisten aan het schoenweefsel verminderd.

De behandeling van een onychomycose is complex. De behandeling van deze aandoening bij ouderen wordt nog complexer.

Overzicht oorzaken therapiefalen anti mycotische therapie:

  • Slecht 33% van de mensen > 75 kan nog bij de eigen voeten;
  • Fysiologische veranderingen;
  • Verminderde functie van nieren en de lever;
  • Comorbiditeiten;
  • Polypharmacie;
  • Verminderde groei van de nagel;
  • Infectiegraad;
  • Perifeer vaatlijden.
  • Verschillende factoren die uniek zijn voor oudere patiënten, zoals fysieke, fysiologische, psychologische en sociaaleconomische factoren, die de uitkomst van onychomycose en de behandeling ervan beïnvloeden;
  • Terbinafine heeft klinisch onbeduidende geneesmiddelinteracties vergeleken met azolen en zou dus een betere optie kunnen zijn bij oudere patiënten met polyfarmacie12;
  • Klinische monitoring van geneesmiddeltoxiciteit en geneesmiddelniveaus is belangrijk tijdens orale antifungale therapie;
  • Stel zeker dat de oudere zelf de dagelijkse zorghandelingen kan uitvoeren anders dan dienen goede afspraken te worden gemaakt met de zorg. Vraag ook om terugkoppeling
  • Zorg voor schoenreiniging en dat oude schoenen worden weggegooid.
  • De nieuwe generatie wasmachines en wasmiddelen moeten schimmelsporen ook bij lagere temperaturen verwijderen uit het wasgoed. Hierop is zowel voor het wasmiddel als de wasmachine een CE kenmerk afgegeven.

Bron: Drugs & Aging, Onychomycosis in Older Adults: Prevalence, Diagnosis, and Management. Aditya K. Gupta1,2 · Maanasa Venkataraman1 · Mesbah Talukder1

Partners:

De redactie van de artikelen wordt op geen enkele manier beïnvloedt door adverteerders of sponsoren. Bekijk hier ons redactiestatuut

Laatste nieuwsberichten:

Social share

Facebook
Twitter
LinkedIn
Telegram